Een verslag schrijven, het is een kunst opzicht. Vandaag neem ik u mee op de reis van een verslag schrijven. Het zijn een aantal fases waar je doorheen gaat. De eerste fase is de inspiratieloze fase.
Je weet niet zo goed wat je wilt, je zoekt naar een overkoepelend thema van de wedstrijd en weet niks te bedenken. Je besluit goed te observeren. Wat zijn de opvallende gebeurtenissen van de ronde? Vraag 1 die je moet weten te beantwoorden.
Heb je eenmaal die vraag beantwoord, dan is het gemakkelijk, je schrijft op wie er speelt. Voor ons geldt deze ronde dan: Ruben, Bart, Jeroen, Bjorn, Marion, Rob, Carlos. Conclusie hiervan is eenvoudig, we spelen met zeven in plaats van acht. Dat komt terug in het verslag!
Na de inspiratieloze fase komt de creatieve fase. Je laat je gedachten even de vrije loop. Niet alleen helpt dat soms het schaakbord, ook met de pen in de hand helpt dat! Alles wat in je op komt schrijf je op. Van ‘port’ tot ‘HIV’ en van ‘Blerick’ tot ‘Duits’, alles wat op de wedstrijddag ter sprake is gekomen, schrijf je op. Je streept sommige van die woorden vervolgens door. Je vergeet ze zo snel mogelijk, net als sommige partijen zo snel mogelijk weer vergeten worden. Marion, Bjorn, Bart, alle drie vonden ze hun partij materiaal om snel te vergeten. Marion verloor een kwaliteit, Bjorn verloor iets, uw schrijver is dus vergeten wat, Bart verloor een pion. Samen verloren ze de partij.
Na die creatieve fase, kom je bij de fase waarin je volop inspiratie hebt. Je schrijft over een roos die een mede-treinreiziger vast heeft, vertelt over verhalen die worden gedeeld onder het genot van een bloemrijk biertje of maakt een leuke grap over het team waar je tegenspeelt. Maar je houdt het wel beschaafd. Dat helpt namelijk om het respect af te dwingen, het respect wat je nodig hebt om te kunnen winnen, zoals Carlos, Rob en Jeroen wisten te doen. Carlos dwong het respect af over de c- en d-lijn. Rob wist zoveel respect af te dwingen dat een toren geblunderd werd en Jeroen wist de lange a1-h8-diagonaal af te dwingen.
Heb je eenmaal die creatieve fase gehad, dan heb je vaak de grootste overwinningen geboekt. Je nadert het einde maar moet nog tot een slotstuk komen. Het slotstuk is vaak evenwichtiger dan het creatieve stuk. Je maakt nog even de balans op. Een balans is, boekhoudkundig althans, altijd gelijk. Wat debet staat, staat ook credit. Ruben speelde dus remise. De perfecte balans in het schaken. Maar als we nu de balans opmaken, komen we helemaal niet tot perfectie.
Sterker nog, als u goed heeft meegeteld in dit verslag, en nu zelf weet hoe u een verslag schrijft, tellen we maar 3.5 punten voor KiNG 2. Technisch gezien heeft u gelijk, we tellen ook slechts 3.5 punten voor Blerick 2! Maar helaas begonnen we dus met een schaker minder! Dat gaf de doorslag.
U begrijpt, na het slotstuk vat u nog samen. Dat kan met een overzicht, een leuke anekdote of een foto. Daarom bij deze, twee zwoegers. Twee helden worden ze ook wel genoemd. Bord 1 en 2, gebroederlijk naast elkaar.
Dan nog een tip voor de lezers van verslagen, u moet er bij zijn, niet alleen om het mee te maken, ook om het te begrijpen.
Rating
|
Rating
|
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hooghwerff, R.L. (Ruben) | 1794 | Krueger, A. (André) | 1942 | ½ – ½ | ||
Berg van den, B. (Bart) | 1680 | Fowler, G.C. (Gordon) | 1972 | 0 – 1 | ||
NO | 0 | Boogaart van den, E. (Erik) | 0 | 0R – 1R | ||
Moor de, J.R.L. (Jeroen) | 1879 | Schlösser, F. (Frank) | 0 | 1 – 0 | ||
Fokker, B. (Bjorn) | 1971 | Wolff, C. (Christoph) | 2002 | 0 – 1 | ||
Adriaans, M. (Marion) | 1831 | Riekenbrauk, J. (Jörg) | 1896 | 0 – 1 | ||
Haast, R. (Rob) | 1845 | Alonso, J.A. (Jose) | 1856 | 1 – 0 | ||
Preuter, J.C. (Carlos) | 1613 | Raygrotzki, N. (Norbert) | 1776 | 1 – 0 | ||
Gemiddelde Rating: | 1802 | Gemiddelde Rating: | 1907 | 3½-4½ |
0 reacties